Internet is een raar fenomeen. Nog geen dertig jaar oud is het vrijwel niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Maar er zijn ook nog steeds mensen die een afkeer van internet hebben.
Eng, ze zien alles van je, onpersoonlijk, geen sociale contacten, het zijn enkele opmerkingen die je dan hoort. Door een trieste gebeurtenis moest ik hier ineens aan denken. Een nieuw blog werd geboren.
Al deze meningen ten spijt vertoef ik dagelijks vele uren op het wereld wijde web. Het is een deel van mijn leven geworden en ik moet zeggen, het bevalt me prima zo. Is internet zo eng en onpersoonlijk? Ik ervaar dat niet zo, sterker nog, de meeste contacten die ik in het echte leven heb zijn onstaan vanuit de bits & bytes op internet!
Als pretparkliefhebber, dat al op jonge leeftijd tijdens vele bezoeken aan de Efteling begon, ben ik deel gaan uitmaken van een groep mensen die zich verzameld hebben op een internet forum. Dat forum heet toepasselijk Themepark en is een virtuele ontmoetingsplek voor gelijkgestemden. Door allerlei omstandigheden ben ik niet dagelijks meer op Themepark, dat gaat zo met hobbies en interesses, ze faden wat uit.
Wat Themepark zo bijzonder maakt, zijn de leden van het forum, de Themeparkers. Omdat je natuurlijk veel kunt kletsen over een pretpark, maar het pas leuk is om echt de sfeer te proeven, zijn er regelmatig bijeenkomsten, de meetings.
Na me enkele jaren geleden te hebben ingeschreven, zou ik samen met mijn zoon Thomas naar onze eerste meeting gaan. Mijn verwachting was, dat ik in een groep jongeren terecht zou komen. Ikzelf was toen 45+ Tot mijn verbazing was de gemiddelde leeftijd tijdens die meeting zo'n 25 á 30 jaar.
Vrijwel direct werd je opgenomen en onstonden de eerste contacten. Die werden na wat meer meetings te hebben bezocht steeds intensiever en talrijker. Niet dat je elkaar dagelijks zag, maar via internet waren de gesprekken nét even anders dan daarvoor.
De andere kant was niet meer anoniem, je kende de persoon achter het andere toetsenbord.
Inmiddels heeft mijn zoon andere interesses en is zijn rol overgenomen door zijn zus, die nu alweer uitkijkt naar het begin van het pretparken seizoen, het zonnetje schijnt immers weer!
Het rare van Themeparkers is dat ze vrijwel allemaal vertrouwen schenken én krijgen. Sharon, die een ernstige ontwikkelingsachterstand heeft, ze is lichamelijk 18 maar in haar bolletje zo'n 5 á 6 jaar, is gek op háár Tiemparkers.. zoals ze dat noemt.
En dat is wederzijds. Aan het begin van een meeting pak ik een pen en schrijf met grote cijfers m'n 06 nummer op haar arm. Waarom?
Omdat dat vaak het enige moment van een meeting is dat ik haar zie. Ze heeft voor de gewoonte om aan het begin van een meeting een Themeparker uit te kiezen en daar loopt ze dan ook de hele dag mee door zo'n park. Vaak tot ergernis van mij, haar vader. Maar ach, het is háár dag.
Haar allereerste keer in een achtbaan, wat voor haar een overwinning was, gebeurde niet in het bijzijn van papa, nee Fred had die eer gekregen. Beide genoten volop van haar enthousiasme.
Maar er zijn andere kanten aan het leven, dat kwam deze week met een donderslag bij heldere hemel.
Een graag geziene figuur op de meetings was Sebastiaan. Een rustige jongen die nooit in de belangstelling stond maar er altijd was. In persoonlijke gesprekken liet hij zich, nadat het vertrouwen er was, helemaal gaan en vertelde openlijk over zijn hobbels in het leven.
Toch had hij de gave zo'n gesprek altijd lachend en positief af te sluiten. Helaas moet ik over hem vertellen in de verleden tijd. Sebastiaan is niet meer.
Afgelopen week keek ik weer eens na lange tijd op Themepark en werd getroffen door één zinnetje: "Sebastiaan is overleden" Met ongeloof opende ik het topic. Dat kon niet waar zijn!
Het was waar. Op weg naar huis is hij door een 21-jarige vrachtwagenbestuurder die mogelijk door rood is gereden in volle vaart in de flank gereden. Van het autootje waar hij zo trots op was , was niets meer over. Sebastiaan is ter plaatse overleden en vandaag hebben we afscheid van hem genomen, 30-jaar oud.
Vanuit heel het land waren ze gekomen de Themeparkers. Dit keer niet voor een gezellig samenzijn maar om afscheid te nemen van een "familielid", want zo voelt het.
De dienst was indrukwekkend. het is niet niks om een vader en moeder hun kind te zien wegbrengen. Of een opa die met verstikte stem praat over zijn Sebastiaan die hij nog had leren lopen....
Dan besef je ineens dat dat allemaal tot stand is gekomen door een forum op internet, dat onpersoonlijke enge intimiderende internet. Wat kan een mens zich vergissen. Zeker is dat datzelfde Themapark forum voor velen het warmste plekje op dat kille internet is, wát ze ook zeggen.
De volgende keer weer meer over de vroegere automatisering, maar nu moest ik dit even kwijt.
Opgedragen aan Sebastiaan Sijs, rust zacht man.
Privé ben ik soms een heel open boek. Doe voorzichtig met het omslaan van de pagina's. Zakelijk blijkt netwerken niet alleen leuk, maar geeft ook veel voldoening. Soms als professional, dan weer als luisterend oor. Wat kan ik voor jou betekenen?
dinsdag 31 maart 2009
vrijdag 6 maart 2009
Hé... eng die automatisering joh
Zo, account is gemaakt, weer hier en daar digitale broodkruimels gestrooid en we kunnen aan de bak. Bloggen, voor mij een geheel nieuw fenomeen.
In mijn verhalen zal ik de jij en jouw vorm gebruiken. Dit heeft niets te maken met disrespect voor de lezer, maar is nu eenmaal ingeburgerd. Tegenwoordig kijkt men je vreemd aan wanneer je nog U gebruikt. Het zij zo.
Als oud IT-er ben ik moeilijk te omschrijven heb ik gemerkt. Ooit begonnen als leerling operator op een IBM 370/115 mainframe langzaam maar zeker gegroeid tot een fervent gebruiker van het wereld wijde web in al haar facetten.
Mainframe, alleen het typen van het woord al brengt herinneringen naar boven van zalen vol apparatuur, werknemers in pakken en strakke gezichten. Zij waren immers belangrijk, 'het brein' van het bedrijf. Omgeven door een mysterieuze wolk van geheimzinnigheid deed men iets waar de andere afdelingen met ontzag naar keken. Het temmen van ‘het beest’.
Hoewel de automatiseringsafdeling met ontzag werd bekeken was het in feite een simpele structuur. De programmeur schreef de programma’s die ‘het beest’ moest laten doen wat men wilde. Deze mensen aten, sliepen en praatte in Cobol, de gebruikte programmeertaal. Was het programma eenmaal klaar dan werd dat uitvoerig getest in een testomgeving. Eenmaal goedgekeurd ging het dan ‘in productie’.
Het dagelijkse werk werd in kaart gebracht door de werkvoorbereider. Deze gaf op zijn beurt de planning van de werkzaamheden door aan de shift oftewel de ploeg die dienst had op dat moment. Men werkte vaak in ploegen (shifts) het klokje rond. Zo’n shift bestond uit een shiftleader en één of meerdere operators die op hun beurt weer waren verdeeld in console operators, printer operators en tape operators.
Je moet namelijk de proporties van zo’n computerzaal even in gedachten zien. Kijk even met andere ogen naar je toetsenbord en beeldscherm, zet dat apart, voorzie het van een dodemansknop en je hebt een console. Dat was de centrale plek waar ‘het beest’ werd getemd. De medewerker die daar de commando’s met groene letters op een zwart scherm liet verschijnen was de console operator. Verplaats nu de blik van het scherm, naar de PC kast. Blaas deze in gedachten op tot meerdere kasten van een afmeting van enkele meters lang en soms anderhalve meter diep.
In mijn verhalen zal ik de jij en jouw vorm gebruiken. Dit heeft niets te maken met disrespect voor de lezer, maar is nu eenmaal ingeburgerd. Tegenwoordig kijkt men je vreemd aan wanneer je nog U gebruikt. Het zij zo.
Als oud IT-er ben ik moeilijk te omschrijven heb ik gemerkt. Ooit begonnen als leerling operator op een IBM 370/115 mainframe langzaam maar zeker gegroeid tot een fervent gebruiker van het wereld wijde web in al haar facetten.
Mainframe, alleen het typen van het woord al brengt herinneringen naar boven van zalen vol apparatuur, werknemers in pakken en strakke gezichten. Zij waren immers belangrijk, 'het brein' van het bedrijf. Omgeven door een mysterieuze wolk van geheimzinnigheid deed men iets waar de andere afdelingen met ontzag naar keken. Het temmen van ‘het beest’.
Hoewel de automatiseringsafdeling met ontzag werd bekeken was het in feite een simpele structuur. De programmeur schreef de programma’s die ‘het beest’ moest laten doen wat men wilde. Deze mensen aten, sliepen en praatte in Cobol, de gebruikte programmeertaal. Was het programma eenmaal klaar dan werd dat uitvoerig getest in een testomgeving. Eenmaal goedgekeurd ging het dan ‘in productie’.
Het dagelijkse werk werd in kaart gebracht door de werkvoorbereider. Deze gaf op zijn beurt de planning van de werkzaamheden door aan de shift oftewel de ploeg die dienst had op dat moment. Men werkte vaak in ploegen (shifts) het klokje rond. Zo’n shift bestond uit een shiftleader en één of meerdere operators die op hun beurt weer waren verdeeld in console operators, printer operators en tape operators.
Je moet namelijk de proporties van zo’n computerzaal even in gedachten zien. Kijk even met andere ogen naar je toetsenbord en beeldscherm, zet dat apart, voorzie het van een dodemansknop en je hebt een console. Dat was de centrale plek waar ‘het beest’ werd getemd. De medewerker die daar de commando’s met groene letters op een zwart scherm liet verschijnen was de console operator. Verplaats nu de blik van het scherm, naar de PC kast. Blaas deze in gedachten op tot meerdere kasten van een afmeting van enkele meters lang en soms anderhalve meter diep.
De CPU, centrale processing unit, was gehuisvest in een eigen kast en had, schrik niet, nog geen 200 Kb aan geheugen aan boord. Dat staat in schril contrast tegen de huidige PC’s onder het bureau met enkele Gigabytes aan geheugen!
De door de programmeur geschreven programma’s werden opgeslagen op ponskaarten, te vergelijken met de gaatjes in een tape van een telex. Deze stapels ponskaarten, die dus één programma bevatte, werd ingelezen door de I/O operator, die verantwoordelijk was voor de input en output.
CD-rom spelers waren er nog niet en hadden als voorloper de grote tapekasten waar grote spoelen met ‘bandrecorderbanden’ de data opsloegen. Het voeden van deze machines gebeurde door tape operators.
De door de programmeur geschreven programma’s werden opgeslagen op ponskaarten, te vergelijken met de gaatjes in een tape van een telex. Deze stapels ponskaarten, die dus één programma bevatte, werd ingelezen door de I/O operator, die verantwoordelijk was voor de input en output.
CD-rom spelers waren er nog niet en hadden als voorloper de grote tapekasten waar grote spoelen met ‘bandrecorderbanden’ de data opsloegen. Het voeden van deze machines gebeurde door tape operators.
Hoofddoel van dit hele machinepark was het produceren van papier, stapels papier. Dat ging niet met blaadjes A4 maar hele vellen die aan elkaar zaten en zo een ketting vormden. Dit kettingpapier ging met hoge snelheid door een printer die het formaat had van de kast waar nu misschien wel je PC in staat.
Al dit moois was dus omgeven door een wolk van geheimzinnigheid. De automatiseringsafdelingen waren vaak streng beveiligd en de medewerkers daar ‘een raar volkje’ ten opzicht van de andere afdelingen in het bedrijf. Dat viel nog wel het meeste op tijdens personeelsfeestjes. Automatiseerders stonden vaak apart van de anderen en converseerden in een taal die bol stond van afkortingen en engelse termen. De nerds waren geboren.
Al dit moois was dus omgeven door een wolk van geheimzinnigheid. De automatiseringsafdelingen waren vaak streng beveiligd en de medewerkers daar ‘een raar volkje’ ten opzicht van de andere afdelingen in het bedrijf. Dat viel nog wel het meeste op tijdens personeelsfeestjes. Automatiseerders stonden vaak apart van de anderen en converseerden in een taal die bol stond van afkortingen en engelse termen. De nerds waren geboren.
Abonneren op:
Posts (Atom)