Neem bijvoorbeeld de wijkgroep die ik ben gestart en samen met Chris Bennemeer, ook een ondernemer en actieve bewoner, beheer. Een uitgelezen manier om alle bovenstaande doelen te bereiken zou je zeggen. Maar niets is minder waar. Dat doet, ik geef het niet graag toe, pijn. Het kost energie, geld en tijd, heel veel tijd. De laatste tijd ben ik eens gaan zitten om te bezien wat ik er nu voor terug krijg. En dat is niet veel, is de eindconclusie.
Neem bijvoorbeeld afgelopen week. De bewonersstichting die ik samen met Katja Dorlandt ben gestart, is nog steeds de enige in Almere die lid is van de LSA, Landelijke Stichting voor Actieve bewoners. Deze organisatie houdt een keer per jaar een zomerschool. Dat kost de deelnemers twee volle dagen. Dat waren twee volle dagen die ik er voor over heb om kennis op te doen die mogelijk gebruikt kan worden in de wijk. Friesland was dit jaar de provincie waar we uit heel het land samenkwamen. Veel geleerd? Absoluut! Is het zinvol om hier tijd, geld en moeite in te blijven steken? Daar begin ik steeds meer aan te twijfelen.
In mijn enthousiasme plaats ik berichten vanuit Friesland in de groep. Ook een uitgebreid fotoverslag wordt even na terugkomst geplaatst. Het levert me de nodige vragen op. Ze hebben een ding gemeen. "Wat heeft dit met de wijk te maken?" Dat heb ik al eerder gepoogd uit te leggen maar men pikt het niet op, of ik ben onduidelijk in mijn communicatie.
Dat roept bij mij echt de vraag op, waar doe ik het nog voor? Ok, ik weet het, Katja en ik zijn met de eerder genoemde doelstellingen de stichting begonnen. Chris haakte gelukkig wat later aan. Maar het commentaar wat regelmatig over me heen gestort wordt laat duidelijk zien dat er geen achterban is. Ook als wij roepen dat we wat willen organiseren. Dan zijn er enthousiaste reacties. Tot het moment dat we vragen om helpende handjes. Dan blijft het oorverdovend stil en lees ik alleen excuses waarom men niet kan helpen. Maar daar gaan we het niet mee redden mensen.
De wijk, dat zijn wij. Tenminste dat dacht ik in mijn onschuld. Maar meer en meer overvalt me de stroom berichten die alleen maar over "Ikke, ikke" gaan. Het was een presentatie tijdens deze twee dagen zomerschool die een ware eye-opener werd. Dat was de presentatie over TAP, dat staat voor Transition Accelerator Program. Het onderwerp, beschreven door Klaas van Egmond, hoogleraar Geowetenschappen aan de Universiteit van Utrecht, werd tijdens de presentatie van Jaap Koen Bijma in klare Jip-en-Janneke begrippen uitgelegd. De tijd van "gemeenschappelijk" en "verzuiling" is over. Jaap Koen legt uit dat we zijn aangeland in het tijdperk van "individuen" en "spiritualiteit". Het verklaart veel. Mensen worden niet meer actief wanneer ze als groep worden aangesproken. Wel wanneer men individueel wordt benadert. Het is een andere manier van benaderen, maar het eindresultaat is bijna hetzelfde. Vormen meerdere individuen geen groep? Natuurlijk wel!
Dit is overigens geen natte vingerwerk maar een wetmatigheid. Voor meer informatie hierover, lees de boeken of artikelen van Klaas van Egmond maar eens.
Om terug te keren naar de titel, als groep heeft men last van "saamdoofheid". Men is meer gefocust op zichzelf, het individu, met als belangrijkste wederkerige vraag "wat heb IK er aan?"
Het vergt dus een andere manier van benaderen.
Het vergt dus een andere manier van benaderen.