zondag 22 januari 2017

Het grote missen begon 35 jaar geleden

C.M. Struik-Hendriks 12-09-1926 | 22-01-1982

Vandaag is het op de kop af 35 jaar geleden. De dag na de 22e verjaardag van Wil, mijn vrouw. Mama had een paar dagen in het ziekenhuis gelegen met een veel te hoge bloeddruk. Omdat ze zich wat beter voelde en ze op de verjaardag van Wil wilde zijn, vroeg ze of ze eerder het ziekenhuis uit mocht. Dat werd toegestaan. Tijdens de verjaardag in ons huisje in Almere zat ze wat in gedachten en stilletjes in een stoel. Maar ze was er wel.

De dag er na, dus nu op de kop af 35 jaar geleden, zaten Wil en ik samen met nog een collega en zijn vrouw, op visite bij een andere collega in de Bijlmermeer, nu Amsterdam Zuid-Oost. Het was gezellig en de tijd vloog om. Wat later op de avond bekroop me een raar gevoel. Ik kreeg een dwingende behoefte om even naar huis te bellen om te vragen hoe het met mama ging. Ik zonderde me wat af en belde naar huis. Het was niet de stem van mijn moeder die ik hoorde, ook papa nam niet op. De stem aan de andere kant van de lijn herkende ik als die van een tante, een zus van mama, die zelden op visite was. "Hoe gaat het met mama," vroeg ik haar. Het was even stil aan de andere kant van de lijn... en toen: "kom maar gauw naar huis Henk...." meer niet.

Ik onderbreek het gesprek met de collega's en snel trekken Wil en ik onze jas aan. Hoe ik van de Bijlmermeer naar de Stolwijkstraat ben gereden weet ik niet meer, het ging in een waas aan me voorbij. Thuis aangekomen tref ik in de huiskamer iedereen met betraande ogen aan. Mijn grootste vrees werd bewaarheid. Die avond stierf mijn moeder thuis op 55-jarige leeftijd, één dag na de verjaardag van Wil die ze nog zo graag had bezocht. Het is cliché maar ik mis haar nog elke dag. Nooit meer haar armen om me heen, nooit meer haar stem horen. Raar, maar nu als 60-jarige is het gemis nog steeds groot zo niet groter geworden.

Later hoor ik wat er die dag is voorgevallen. En weer kookt mijn bloed als ik het terughaal in mijn herinnering. De nacht na de verjaardag van Wil is ze een paar keer uit bed gekomen. Ook gevallen vertelde mijn vader. Die dag werd ze steeds stiller. Mijn vader vertrouwde het niet en belde de huisarts. Dezelfde huisarts die wist dat ze net uit het ziekenhuis ontslagen was na de behandeling voor hoge bloeddruk. Vol ongeloof hoor ik het mijn vader zeggen: "Geef haar maar een aspirientje," had de huisarts gezegd. Hij weigerde te komen. Geïrriteerd belt mijn vader een andere arts. Deze springt op haar fiets en snelt naar ons huis. Ze onderzoekt mama en vertrouwt het niet. Ze belt om een ambulance. Als de ambulance de straat in komt rijden, blaast mama haar laatste adem uit na naar haar buik te hebben gegrepen. Door de hoge bloeddruk is een grote ader in haar buikholte, weet niet meer zeker of het de aorta was,  verzwakt en nu gesprongen.

Als ik dit schrijf komt alles weer boven. Het besef dat ik zelf nu ouder ben dan haar, maakt dat ik me steeds meer bezig hou met het komende einde. Ik realiseer me dat ieder dag een geschenk is waar je vol op van moet genieten. Het kan zo maar over zijn. Ik schud de herinnering weer van me af en sta op vanachter de computer. Even mijn vrouw en dochter knuffelen.....

Zij die wij liefhebben en verloren, zijn niet meer waar zij waren, maar altijd waar wij zijn.

1 opmerking:

  1. Mooi omschreven lieve broer....
    Het is en blijft een bijzonder en heftig moment!

    BeantwoordenVerwijderen